Gelukkig zijn kun je leren...
De term geluk is bepaald niet eenvoudig te definiëren en dat is – ongelukkigerwijs – het zwakke punt van onderzoek naar geluk. Het woord kent veelomvattende betekenissen en geluk is bovenal een persoonlijke beleving. Toch blijken mensen uitstekend in staat om aan te geven in welke mate zij gelukkig zijn, simpelweg met een rapportcijfer. Deze indicaties van welbevinden – van tevredenheid tot euforie en alles wat daar tussenin zit – helpen ons in ieder geval op weg in de ontdekkingstocht naar geluk. Maar waarom zouden we eigenlijk streven naar geluk?
Dijksterhuis somt interessante voordelen op: geluk geeft energie en zelfvertrouwen, het maakt hulpvaardiger en creatiever, het draagt bij aan een hoger inkomen en het zorgt voor een beter functionerend immuunsysteem. Bovendien lijkt het erop dat gelukkige mensen wel zes tot twaalf jaar langer leven.
HOPELOZE MISSIE?
Lange tijd heerste de overtuiging dat geluk volledig afhankelijk is van genen en omstandigheden. Een kwestie van geluk hebben: het overkomt je, of niet. Zo bekeken is streven naar geluk een hopeloze missie, maar Dijksterhuis zou geen les in gelukskunde geven als hij niet overtuigd was van enige maakbaarheid. De invloed van genen zijn onbetwist, maar gelukkig bepalen die slechts een deel van onze kansen om het geluk te ervaren: zo’n 40 procent, volgens Dijksterhuis. Dat is fors, maar zeker niet hopeloos voor mensen met ongelukkige genen. De invloed van omstandigheden valt ook enorm mee. Het klopt dat mensen in – letterlijk of figuurlijk – fortuinlijke situaties gelukkiger zijn dan mensen in onfortuinlijke omstandigheden, maar er zijn altijd uitzonderingen en als je verder inzoomt, blijken de verschillen beperkt. Het klopt ook dat het winnen van de loterij gelukkiger maakt en dat je ongelukkiger wordt als je in een rolstoel terecht komt, maar dit blijkt slechts een tijdelijk effect. Vaak is het geluksgevoel na zes maanden weer op het ‘oude’ peil.
MISVERSTANDEN
Omstandigheden hebben dus veel minder invloed op geluk dan we denken. Waarom schatten we het positieve of negatieve effect van onze leefomgeving, leefsituatie en bepaalde gebeurtenissen dan toch zo hoog in? Dat komt onder meer door focusing illusion, stelt Dijksterhuis, waarbij we de verschillen sterk uitvergroten terwijl de basis in grote lijnen overeen komt. De onmiddellijke beloning die we ervaren bij iets winnen of kopen, zet ons ook op het verkeerde been. Want in werkelijkheid gaat het geluksgevoel slechts een fractie omhoog; bovendien is het maar van korte duur. Een andere oorzaak is het door elkaar halen van samenhang (correlatie) en oorzakelijk verband (causatie). We denken bijvoorbeeld dat getrouwde stellen gelukkiger zijn dan ongetrouwde mensen ómdat ze getrouwd zijn, maar het omgekeerde is waar: gelukkige mensen trouwen gemakkelijker en gaan minder snel scheiden. De bekende zakenman Richard Branson zegt ook: ik ben niet gelukkig omdat ik zakelijk succesvol ben, maar ik heb succes omdat ik gelukkig ben!
INVLOEDEN OP GELUK
Dijksterhuis komt met een paar cijfers: een aantrekkelijk uiterlijk verklaart slechts 1% van de verschillen in geluk, de hoogte van het IQ slechts 3% en ook de hoogte van ons inkomen slechts 3%. Het hebben van vrienden is met 6% al bijna twee keer zo belangrijk bij het verklaren van verschillen in geluk. Al plaatst de pleitbezorger voor gelukskunde wel de kanttekening dat deze cijfers per individu verschillend kunnen uitpakken. Zo kan een negatief zelfbeeld eraan bijdragen dat de invloed van het uiterlijk voor iemand veel zwaarder weegt bij het geluksgevoel. Ook wat betreft de impact van omstandigheden gelden altijd uitzonderingen; zaken als extreme armoede, oorlog, trauma’s of depressie kunnen wel degelijk een blijvende negatieve invloed op geluk hebben. Maar in de meeste gevallen is de mens veerkrachtig en lukt het om weer geluk te vinden in het leven.
HEDONISTISCHE TREDMOLEN
Over veerkracht gesproken, volgens Dijksterhuis is geluk van rubber: je kunt het een stukje oprekken, maar het veert altijd weer terug. Hij doelt daarmee op de hedonistische tredmolen waar veel consumenten in terecht komen: even heel gelukkig worden van een aankoop, daarna weer terugveren, dan weer iets kopen om dat geluksgevoel opnieuw te ervaren, om vervolgens weer terug te veren. De boodschap is helder: van kopen en consumeren worden we niet duurzaam gelukkig. Maar waar dan wel van? Dat is belangrijk om te weten, zeker als de geluksformule van Dijksterhuis klopt:
Geluk = 40% genen + 10% omstandigheden + 50% eigen keuzes!
GELUKSBRENGERS
Voor de helft verantwoordelijk zijn voor je eigen geluk, dat is bemoedigend, al kan het ook tot extra druk leiden. Bovendien vragen enkele toehoorders zich af of het echt zo simpel is als deze formule doet geloven. Dijksterhuis geeft toe dat de werkelijkheid complexer is, omdat er sprake is van interactie tussen aanleg, omstandigheden en eigen keuzes. Maar bij gelukskunde gaat het juist om de mogelijkheid dat we ook zelf geluk kunnen genereren. Hoe kunnen we dat aanpakken?
Om te beginnen door ánderen gelukkig te maken. Onderzoek onderstreept wat grote geesten als Boeddha, Socrates en Gandhi al beseften: geven en helpen maakt ons gelukkiger dan bezig zijn met zélf verkrijgen. Daarnaast blijken sociaal contact – zelfs een praatje in de trein of winkel – en deel uitmaken van iets groots – zoals een festival of bedevaart – belangrijke brengers van geluk.
KOOP ERVARINGEN
In de vrijetijdsbesteding valt ook winst te behalen als het om geluk gaat. Fysiek en/of mentaal actieve bezigheden maken gelukkiger dan passief tijdverdrijf. En wie geld uitgeeft aan ervaringen, beleeft meer geluk dan wie alleen maar spullen koopt. Want ervaringen worden met de tijd alleen maar beter, in tegenstelling tot materiële zaken. Ook lokken ze geen vergelijkingen uit die achteraf het geluk kunnen bederven. Bovendien bieden ervaringen meer voor- en napret, plus een hogere sociale waarde. Een andere concrete tip is het leven zo in te richten dat je één ding tegelijk doet want het blijkt dat de prikkels waaraan we in onze samenleving voortdurend worden blootgesteld ons geluk danig in de weg kunnen staan.
Kijk naar de toename van jonge mensen die kampen met een burn-out. Een ‘low info diët’ kan de stress al een beetje verlichten en meer ruimte creëren voor gelukkige ervaringen. Verder adviseert Dijksterhuis de www-oefening: elke avond drie positieve punten van de dag noteren (what went well).
ONS BEWUSTZIJN
Als we een geluksorgaan hebben, dan is dat volgens Dijksterhuis ons bewustzijn. De uitdaging is om een goede inhoud van dat bewustzijn te realiseren, van blijdschap en optimistische gedachten tot tevredenheid en gemoedsrust. Het temmen van de hedonistische tredmolen helpt ons daarbij, evenals verbondenheid met anderen en het stellen van haalbare doelen. Een bevredigende vrijetijdsbesteding kwam eerder al aan de orde. En dan is er ook nog de optie om door inzicht in en training van ons bewustzijn meer te controle te krijgen over de inhoud. Dat sluit meer aan bij de Oosterse benadering van geluk: contemplatie, innerlijke gemoedsrust en acceptatie. In Westerse landen – vooral Amerika – zijn we meer geneigd om het geluk buiten onszelf te zoeken. Terwijl we de actie ook naar binnen kunnen richten, in het streven naar een goede inhoud van ons bewustzijn.
GELUK LEIDT TOT SUCCES
Om ons geluksorgaan beter te leren kennen en te voeden, pleit Dijksterhuis voor gelukskunde in het organisaties. We willen immers dat onze medewerkers gelukkig zijn want juist geluk leidt tot succes! Daarom zijn tevredenheid, voldoening en zelfvertrouwen zo belangrijk. Een gelukkig leven vraagt leer- en veerkracht, daarom pleit Dijksterhuis voor het stimuleren van vaardigheden als: positieve emoties genereren en vasthouden, een optimistische denkstijl, talenten kennen en inzetten, zelfreflectie, zelfsturing, aandachtstraining en tot slot empathie, compassie en inlevingsvermogen.