Heeft je wetenschappelijk onderzoek naar de werking van het onbewuste je kijk op menselijk handelen veranderd?

‘Ik geloof dat ik milder ben geworden in mijn oordeel over het gedrag van anderen en mijzelf. Dat je alles in de hand hebt is een fabeltje. Die kennis is een lesje in bescheidenheid.'

In je college haal je het voorbeeld aan van verkiezingen waarbij de kiezers onbewust de meeste voorkeur hebben voor één bepaalde kandidaat op basis van uiterlijke kenmerken. Dat kun je doortrekken naar situaties als het bepalen van voorkeur voor sollicitanten, het samenstellen van een team, of iemand promotie geven. Kun je op basis daarvan zeggen dat organisaties veel meer draaien op basis van onbewust handelen dan bewust gestuurd gedrag?

‘In het algemeen realiseren organisaties zich te weinig dat het onbewuste zo invloedrijk is. Maar het valt me wel op dat er steeds meer organisaties komen die open staan voor deze ideeën.  En ze willen ook iets doen met deze kennis. Op allerlei andere punten zijn deze ideeën nog niet doorgedrongen. In de voorlichting bijvoorbeeld. Die gaat nog steeds uit van het idee dat je mensen ergens bewust van moet maken om gedragsverandering te krijgen. Dat klopt niet. Bewustmaken leidt niet tot ander gedrag. Dat is een naïeve gedachte. Als organisaties deze kennis wel zouden toepassen, zouden ze denk ik effectiever kunnen worden.  

Uit de theorie die je verkondigt, komt een wat ontnuchterend mensbeeld naar voren. We zijn helemaal niet ‘Die God in het diepst van onze gedachten' (naar de beroemde dichter Willem Kloos). Het lijkt er eerder op dat we op zijn best intelligente apen zijn. Krijg je dat wel eens voor je voeten geworpen?

‘ja, maar er zijn meer recente en minder recente wetenschappers geweest die deze theorie al eerder verkondigden. Denk aan Darwin. Het probleem zit hem toch bij de mensen die er een Willem Kloos-achtige mensbeeld op na houden. Dat wil niet zeggen dat ik niet ook vind dat mensen een prachtig werkende franje hebben in de vorm van het bewustzijn. Ook binnen de wetenschap zelf zijn er veel mensen die bang zijn dat Kloos-achtige beeld te verliezen. Sterker, daar zijn meer tegenstanders van mijn ideeën dan erbuiten. Van buiten de wetenschap krijg ik juist veel positieve reacties.

Welke doorbraken verwacht je de komende jaren in het onderzoek naar de invloed van het onbewuste op ons handelen?

‘Een van de grote mysteries is wat nu precies de functie is van het bewustzijn. De zogenaamde epi-fenomenologie gaat ervan uit dat het bewustzijn een volkomen nutteloos bijproduct is van de hersenprocessen. Mij fascineert de vraag hoe chemische processen er voor kunnen zorgen dat wij zoiets als een subjectief bewustzijn ervaren. Mijn idee is dat het bewustzijn de manier is waarop verschillende onbewuste modules met elkaar communiceren. En dat gebeurt op een centrale plek, een soort van dorpsplein waar iedereen het kan zien. Dat ervaren we als bewustzijn. Hopelijk krijgen we daar ooit volledige duidelijkheid over. Maar dat zal ik niet meer meemaken denk ik.'

Hoe zou je als leidinggevende beter gebruik kunnen maken van de kennis over de invloed van het onbewuste?

‘Dat zit hem vooral in de procedures om te beslissen. Daarin zou je ‘het nachtje slapen' moeten inbouwen. Leden van een groep die gezamenlijk een besluit moeten nemen zouden er goed aan doen eerst onafhankelijk van elkaar na te denken om daarna pas een beslissing te nemen. Want mensen die samen gaan napraten, beïnvloeden elkaar onderling, en niet in positieve zin. Als wij in mijn onderzoeksgroep nieuwe medewerkers aannemen, gaat de sollicitatiecommissie na de gesprekken zo snel mogelijk uit elkaar en tilt de eigenlijke beslissing over het weekend heen. Dat leidt tot een beter eindoordeel. Verder moet je voorkomen dat je te laat begint aan het voorbereiden van een beslissing. Je moet ruim voor de deadline kennis nemen van het te nemen besluit. Dit om het onbewuste voldoende gelegenheid te geven ermee aan de slag te gaan. Dus: neem beslissingen later, of begin er eerder aan. Je moet eerst je huiswerk doen en de rest aan je onbewuste overlaten. Hoe dat werkt leg ik uit tijdens mijn college in Psychologie voor Managers. 

 Auteur Toine Al, oud-deelnemer aan de reeks Psychologie voor Managers

  

 

Thema's

Gerelateerde programma's