‘Speedboten zijn proactief, wendbaar, met de blik naar buiten gericht, verbonden in een netwerk, waarde toevoegend aan de consument, burger of collega en voortdurend lerend. Dit in tegenstelling tot professionals en organisaties die nog volharden in een manier van samenwerken en organiseren geworteld in het industriële tijdperk: de olietankers,' vertelde ik. Vanuit mijn ooghoek zag ik een van de aanwezige directeuren steeds fanatieker aan haar servet plukken. Uiteindelijk hield ze het niet meer: ‘Maar Menno, ik zie ook wel wat van die 'speedboten' in mijn organisatie, maar die zijn vooral op weg om ons bedrijf te verlaten! Wat doe ik straks met die heel grote grijze middenmoot, die niet vooruit te branden is en zich in verzet vastklampt aan vakbond en OR?'

Een diepe stilte daalde over ons neer. Tot een disgenoot haar vroeg: ‘Zou het kunnen zijn dat die medewerkers zich zo gedragen door hoe jullie met ze omgaan?' Er ontstond een heftige discussie over in hoeverre medewerkers zich laten conditioneren door hun werkomgeving. Onderweg naar huis moest ik denken aan de gesprekken die ik voerde met de HR-mensen van innovatieve organisaties als Salesforce, Airbnb, Google en Spotify, waar iedereen in de organisatie als talent beschouwd wordt. De winnende formule voor hen bestaat uit een scherpe selectie aan de poort, collega's betrekken bij die selectie, transparante doelen en resultaten formuleren en toestaan dat mensen fouten maken, zolang ze ervan leren. Will McInnes adviseert in Culture Shock je medewerkers eens te beschouwen als vrijwilligers, die elke dag ook de keuze hebben iets anders te gaan doen. Hoe zou je ze in zo'n situatie behandelen? Hoe zou je ervoor zorgen dat ze dag in, dag uit hun tijd in jouw organisatie steken?