Waaraan herken je nu een professionele psycholoog? Dat is een heel moeilijke vraag want ik heb bij herhaling in diverse media gewaarschuwd dat de scheidingslijn tussen charlatanisme en verantwoord psycholoog zijn wel erg dun is. Ik gebruik voor mezelf drie criteria:

1. ‘Timeo virum unius libri', ofwel ik ben beducht voor de man van slechts een boek. Een psycholoog beheerst meer dan 1 model. Als hij er slecht een kent, is hij een ideoloog.

2. Vervolgens tracht een  goede psycholoog te objectiveren. Hij zoekt naar inzichten in gedrag die ook voor anderen zichtbaar en begrijpbaar zijn. Wie lid is van een obscure sekte en duister jargon moet gebruiken om eenvoudige dingen te beschrijven, is meteen bij mij verdacht. Ben ik nu zelf wat duister? Weet dan dat ik niet hoog oploopt met NLP, Freudiaans en Jungiaanse benaderingen. De grote leiderschapsprofessor Manfred de Kets de Vries is een Freudiaan, maar hij is zo subliem ondanks zijn Freudiaans denken.

3. En ten slotte moet een psycholoog kunnen toepassen wat hij preekt. Therapeuten met smetvrees, bedrijfspsychologen die hun medewerkers demotiveren of stress- consultenten die razendsnel in een burnout belanden. Zeer menselijk, niet ongewoon, maar voor mij toch maar wat bizar. Want van alle professionele takken is de psychologie toch wel, samen met preventieve geneeskunde en dieetleer, die wetenschap die je in de allereerste plaats op jezelf kan toepassen. 

Als psycholoog zou ik (op papier tenminste) in staat moeten kunnen zijn om te onderzoeken of ik tijdens mijn loopbaan heb toegepast wat ik zelf heb gepreekt. Aan de positieve zijde denk ik dat ik de prijs van psycholoog van het jaar heb gekregen ook omdat ik eerlijk heb geprobeerd voor mijn omgeving een coach, een mentor en respectvol collega te zijn. Dat is ten minste wat men bij herhaling tegen mij zegt. Aan de negatieve zijde, moet ik eigenlijk ‘raden' wat men niet tegen mij zegt. En ik vermoed dat dit dan allerlei variaties zijn op het thema ‘gebrek aan moed'. Gebrek aan moed leidt tot gebrek aan duidelijkheid, gebrek aan feedback en gebrek aan heldere vernieuwende afspraken. En met deze terechte kritiek heb ik leren leven, en heel af en toe probeer ik er nog iets aan te doen ook. Maar dat is verre van eenvoudig. Gegeven deze (gelukkig voor mij veel voorkomende) zwakte, is het de facto wel erg verwonderlijk dat het begrip ‘moed' zo weinig voorkomt in de psychologie. Ik nodig dan ook de jongere generatie psychologen uit om rond het thema ‘moed' relevant, boeiend en bruikbaar onderzoek te verrichten. Want opvoeden, leiden, les geven, en psycholoog zijn vraagt op vele ogenblikken moed. Ik hoop dat de volgende psycholoog van het jaar dat talent in hoge mate bezit.