Goede docenten blinken uit in zelfkennis
Psycholoog René Diekstra bevestigt vanuit de wetenschap wat van oudsher al bekend is: goede voorbeelden zijn essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Maar liefst 30 procent van de leerprestaties is toe te schrijven aan de doceerstijl, naast de invloed van de ‘basisuitrusting' van leerlingen zelf (50 procent). Gandhi inspireerde de mensheid met een quote die zeker geldt voor leerkrachten: 'We have to be the change we wish to see'.
Leren hoe het brein werkt is van grote waarde in het onderwijs, zodat de potentie in al die jonge koppies zo goed mogelijk tot wasdom komt. Maar welk verschil kan een docent eigenlijk maken? Wetenschapper en psycholoog Diekstra – emeritus-hoogleraar psychologie University College Roosevelt en vigerend lector Jeugd en Opvoeding en adviseur Jeugdbeleid in Den Haag – houdt het onderwijs een spiegel voor, want: de mens die we zelf zijn, heeft grote invloed op de mensen die we opleiden. Daarom zijn zelfbewustzijn, zelfcontrole, sociaal bewustzijn, relatievaardigheden en het vermogen om ethisch verantwoorde beslissingen te nemen de ‘skills for life' die in het repertoire van elke leerkracht horen te zitten.
Zelfoverschatting
Kinderen kopiëren onze sterke én zwakke kanten, want zo is de mens nu eenmaal gebouwd. Dat maakt zelfkennis essentieel in het onderwijs, stelt Diekstra. Het begint met zelfbewustzijn: het (er)kennen van en monitoren van eigen emoties, gedragingen, driften en beperkingen. Om vervolgens – door zelfcontrole – de eigen gedachten, gevoelens en gedrag te kunnen beheersen en sturen. Helaas beperkt onze natuurlijke neiging tot zelfoverschatting het opdoen van goede zelfkennis, zo maakt Diekstra duidelijk met een interactief vragenspel. Het is een universeel gegeven dat zo'n 75 procent van de mensen zichzelf op allerlei fronten bovengemiddeld beoordeelt, zonder dat zij dit overmatige zelfvertrouwen empirisch kunnen staven.
Must have
Dat overmatige zelfvertrouwen is als een roze bril die ons stimuleert tot actie, ontwikkeling en persoonlijk leiderschap. Zonder die bril durven we minder en neigen we naar depressie, maar wees ook niet te scheutig met zelfvertrouwen, want overmoedigheid kan desastreus uitpakken. Volgens Diekstra is het slim om – vanuit het besef dat onze zelfkennis gekleurd is – regelmatig vanuit het perspectief van ándere mensen naar onszelf kijken. Daarbij komt het aan op sociaal bewustzijn en relatievaardigheden, twee van de skills for life. Hij tipt in dat kader het Handbook of Social and Emotional learning als must have. De investering in de skills for life van leerkrachten is volgens de psycholoog meer waard dan veel scholen er nu voor geven, omdat docenten een aanzienlijke invloed (30 procent) hebben op de leerprestaties van hun pupillen. Goed voorbeeld doet goed volgen!
Betrouwbaar zijn
Diekstra benadrukt ook het belang van zelfcontrole. Uit het bekende marshmellow-experiment van Stanford blijkt namelijk dat de zelfbeheersing van kinderen een belangrijke voorspeller is voor de sociale gedragsontwikkeling en het toekomstige maatschappelijke functioneren. Wie zich als kind al weet te beheersen en beloningen kan uitstellen, doet het later op alle fronten beter. Diekstra werpt echter een nieuw licht op dit onderzoek, omdat de context essentieel blijkt bij de mate van zelfbeheersing: hoe betrouwbaarder de volwassenen in hun omgeving, hoe meer kinderen zichzelf weten te beheersen. En hoe minder betrouwbaar de omgeving, hoe minder zelfbeheersing kinderen hebben. Scholen zijn dan ook gebaat bij betrouwbare docenten die over voldoende mate van zelfcontrole beschikken.
Minder switchen
Het interactieve vragenspel van Diekstra leert ons dat we allemaal wel levensgebieden hebben waarop we meer zelfbeheersing wensen: van voeding, drank en geld tot werk, relaties en stemming. En wat dacht u van minder multitasken? Net als Theo Compernolle heeft Diekstra een duidelijke boodschap: doe het niet, want ons brein is daar ongeschikt voor. Hooguit leren we snel te switchen, met alle gevolgen van dien: langer bezig zijn met taken, meer stress, minder productief en meer fouten. Dit inzicht is buitengewoon relevant voor het onderwijs, waar leerlingen te vaak met verschillende dingen tegelijk bezig zijn. Dat gaat vooral ten koste van complexe leertaken. Toch hebben veel studenten én docenten een laptop voor zich tijdens de les en een smartphone binnen handbereik, waardoor hun focus, aandacht en denkkracht verminderen. Volgens Diekstra is hier sprake van gebrek aan zelfbeheersing in het omgaan met nieuwe technologie.
Herhaal, herhaal, herhaal
Naast zelfkennis – inclusief het ontwikkelen van de skills for life – zijn er volgens Diekstra nog vier andere kwaliteiten die een docent excellent maken: genereus zijn met tijd en aandacht, de kracht van uitleg en herhaling toepassen, aansluiten bij wat leerlingen al weten en begrijpen, maar ook beseffen dat school een sociaal verschijnsel is. Want ons brein is ‘wired to connect' en naarmate leerlingen zich meer verbonden voelen met hun omgeving, leren ze beter en zijn ze gelukkiger en gezonder. Diekstra kan het daarom niet vaak genoeg herhalen! Overigens vindt hij het jammer dat uitleggen, herhalen, nog eens herhalen en het ook leerlingen zélf laten uitleggen en herhalen tegenwoordig sterk wordt onderschat als leerstrategie. Herhalen lijkt saai, maar zonder die herhaling zakt de meeste leerstof snel weg en beklijft het niet.
Effectieve leerwegen
Diekstra stelt dat coachen, doceren en beïnvloeden alleen effectief zijn als dit leidt tot zelfcoaching of zelfbeïnvloeding. Daarom is het zo zinvol om leerlingen de stof in hun eigen woorden te laten uitleggen en herhalen. De vier belangrijkste leerwegen – in volgorde van effectiviteit – zijn volgens de psycholoog: 1) zelf doen, actief oefenen, 2) leren van voorbeelden, 3) zelfregulatie (o.a. focus en beheersing) en 4) uitleggen. En dat betekent volgens Diekstra dat feedback, acceleration (aansluiten bij verschillende leertempo's) en reciprocal teaching (wisseling van rollen) heel belangrijk zijn in het onderwijs. Hij noemde eerder al dat excellente docenten in staat zijn om aan te sluiten bij de kennis en het niveau van leerlingen. Dat lukt alleen als de docent voortdurend om feedback vraagt aan leerlingen; een kwaliteit die volgens Diekstra groot effect heeft op het studiesucces.
Meer samenwerken
Door feedback te vragen, ontdekken docenten wat hun leerlingen al begrijpen, welke leerstijl ze hebben en wat extra aandacht vraagt. Goed onderwijs begint dus met het verzamelen van informatie. Bijkomend voordeel is dat leerlingen meer invloed hebben op het onderwijs en deze co-constructie kan positief bijdragen aan de ‘skill, will en thrill', zoals Diekstra zelf merkt in zijn psychologielessen aan brugklassers. Onderwijzen wordt dan meer samenwerken, in plaats van alleen maar overdragen. Verder adviseert Diekstra om effectiever te werken met voorbeelden. Het gebruik van voorbeelden is een universele didactische methode die we volgens de psycholoog nog slimmer kunnen inzetten door minimaal twee contrasterende voorbeelden voor te leggen. Zo kunnen leerlingen door vergelijking zelf inzichten verwerven.
Een goed mens
Tot slot nog even terug naar de skills for life. Het onderwijzen van jonge mensen vraagt zelfbewustzijn, zelfcontrole, sociaal bewustzijn en relatievaardigheden, maar óók het vermogen om ethisch verantwoorde beslissingen te nemen. De teleurgestelde reactie van een Harvard-president over de werkwijze en uitspraken van Lloyd Blankfein – CEO van Goldman Sachs en een graduate van Harvard Law School – is veelzeggend: als zijn universiteit hebzuchtige mensen aflevert aan de maatschappij, dan is er geen sprake van excellent onderwijs. Daarom vraagt Diekstra zich af: willen we jonge mensen klaarstomen om ergens goed in te zijn, of willen we ze opleiden tot goede mensen? Het is de opdracht en medeverantwoordelijkheid van onderwijzers om daarin een balans te vinden. Om na te denken over hoe je het beste uit leerlingen haalt en wat ‘het beste' dan precies is.
Waarden doceren
Ter overdenking leest Diekstra een stuk voor uit het boek The lonely man of faith (van Joseph Soloveitchik) over de verschillen tussen twee Adam's: de één een narcistische wereldveroveraar die kijkt naar prestaties, status en bezittingen, de ander iemand die de wereld ten dienste staat en boven alles een goed mens wil zijn. De wereld waarin onze kinderen opgroeien, maakt het er volgens Diekstra niet eenvoudiger op. Woorden als moed, dankbaarheid, vriendelijkheid en nederigheid komen steeds minder voor en verliezen daardoor ook aan betekenis in het gedrag van mensen. De psycholoog stelt dat we best weten hoe het moet, maar praktiseren we het te weinig en daarmee doen we onze kinderen tekort. Gelukkig zijn er Skills4Life programma's ontwikkeld voor het onderwijs, zo besluit Diekstra, want: de waarde van doceren, is het doceren van waarden!