Door Nico Jong (via Managementboek.nl)
Creativiteit is een begrip dat veel gebruikt wordt. Er zijn dan ook veel tips en trucs in omloop voor creatief denken en handelen. Soms werken ze, maar vaak ook niet.

Carsten de Dreu en Daniel Sligte zijn voor hun boek Creativiteit krijg je niet voor niks op zoek gegaan naar de psychologie achter het fenomeen creativiteit. De eerste manier die zij daarvoor gebruiken is het leven en werk van grote denkers en kunstenaars te doorgronden en van daaruit te veralgemeniseren. Een andere manier is om creatief denken in een laboratorium te onderzoeken, onder strikt gecontroleerde omstandigheden en bij relatief grote groepen mensen. Een derde manier is werkgerelateerde creativiteit onder de loep nemen bij werknemers en scholieren. In Creativiteit krijg je niet voor niks gebruiken de auteurs al deze methoden om grip te krijgen op de psychologische processen van creatief denken en doen.

Carsten De Dreu en Daniel Sligte beginnen met de vraag wat creativiteit is. Zij definiëren het als een inzicht, idee of product dat nieuw en origineel is en potentiële toepassingswaarde heeft. Of iets origineel en van mogelijke toepassing is, wordt vooral door anderen bepaald. De auteurs beschrijven de methoden die psychologen hebben ontwikkeld om te achterhalen of mensen creatieve producten zoals ideeën en inzichten bedenken. Een conclusie die zij trekken is dat creatieve prestaties altijd gegrond zijn in een repertoire aan kennis en vaardigheden. Mensen kunnen via flexibel denken, door vrij te associëren en concepten te koppelen, tot creatieve productie komen. Daarnaast is het ook mogelijk om via volhardend denken, stug doorzetten en gestructureerd werken te komen tot verrassende, opvallende en creatieve ideeën. Aan creatief denken gaat in ieder geval een intensief gedachteproces vooraf. Daarbij is vaak sprake van een combinatie van flexibel denken en volhardend doordenken, door de focus te houden op een bepaald probleem, idee of oplossing. Dat we ons niet altijd bewust zijn van dit broedproces wil niet zeggen dat het er niet was. Dat creatieve invallen spontaan onder de douche opkomen, is dus onzin.

Creativiteit is volgens de auteurs terug te voeren op specifieke persoonlijkheidstrekken, zoals de behoefte aan nieuwe ervaringen en extraversie. Mensen met aanleg voor depressie zijn bijvoorbeeld stukken minder creatief dan mensen met een manische inslag. Ons IQ houdt maar beperkt verband met creatieve prestaties. Omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol bij creatieve productie. Op basis van alle gevonden inzichten presenteren De Dreu en Sligte aan het eind van het boek enkele interventies die creativiteit op school en werk kunnen vergroten.

Creativiteit krijg je niet voor niks is een compact boek boordevol relevante inzichten over het fenomeen creativiteit. Pluspunt is dat de auteurs daarbij gebruik maken van drie aanvliegroutes. Het boek is geen wetenschappelijke verhandeling geworden, maar de tekst is niet overal even toegankelijk.

Carsten de Dreu - mede-auteur van 'Creativiteit krijg je niet voor niks' - is een van de sprekers in de collegereeks Psychologie voor managers.