De opkomst van Internet of Things (en daarmee M2M-communicatie) heeft een grote strategische impact voor veel bedrijven in Nederland. Volgens experts zijn er binnen vijf jaar 40 miljard apparaten met een chip- en internetverbinding. Apparaten die met andere apparaten in verbinding staan zonder verder toedoen van mensen.

Dit biedt natuurlijk kansen voor ondernemers om nieuwe producten te ontwikkelen. Het zal echter ook een uitdaging zijn voor het huidige business model van bedrijven. In dit interview spreekt Rob van Kranenburg, Founder van de Internet of Things Council, openhartig over Internet of Things, de gevaren en waar de grote veranderingen plaats zullen gaan vinden.

 'Als we Internet of Things maatschappelijk met zoveel mogelijk stakeholders uitdenken, dan kunnen we Nederland zien als een platform met de grootte van een Chinese middelgrote smart city die nu wordt gebouwd.'

_______________________________________________________________________________________________________________



Internet of things: myth, bust of lifechanger?

We kunnen de grote reikwijdte van IoT opdelen in vier stukken: BAN, LAN, WAN, VWAN.

1)      Het Body Area Network (BAN) is waar we de wearables van vandaag vinden. Een groeiende markt omdat alle stakeholders van gezonde tot zieke mensen, doctoren, mede-patënten of mede-hardlopers, verzekeringsmaatschappijen, en ziekenhuizen er baat bij hebben meer realtime data te hebben over uw gezondheid. Laten we het hier even niet hebben of u dat wil, dat is onderdeel van een breed maatschappelijke debat dat we gezamenlijk moeten gaan voeren. Dat BAN-netwerk werkt technisch vooral met RFID, NFC en allerlei sensoren die temperatuur, beweging, hartslag etc meten.

2)      Het Local Area Network (LAN) vinden we in uw huis. Daar is de slimme meter de mogelijke interface, of het mogelijk dashboard waar u ziet hoeveel energie uw apparaten gebruiken. Ook kunnen daar verschillende acties worden ondernomen: Als er zoveel licht is, laat dan de rolluiken neer. Als Piet thuiskomt dan mag de magnetron aan. Met IPv6 in de nieuwe wasmachine is het mogelijk dat die zelf beslist wanneer te wassen als de energieprijs het laagst is. Ook kun je gemakkelijk zien hoe je huishouden scoort op energie-efficiëntie ten opzichte  van gelijkwaardige gezinnen. Hier vinden we Bluetooth, GSM en Wi-Fi.

3)      Het Wide Area Network (WAN) ook wel Telematics genaamd,  beslaat het transport; de auto, de bus, en trein. Eén van de focusgebieden van fabrikanten is nu de Connected Car; een auto die niet alleen volledig online is van binnen met internet, schermen en allerlei apps, maar ook van buiten met sensoren om niet te botsen met parkeren, luchtvervuiling te meten en afstand te houden van andere voertuigen. In één EU-pilot wordt bekeken of auto's niet in packs kunnen rijden, d.w.z. met een lead auto die anderen ‘op sleeptouw' neemt. Hier vinden we WIMAX (Wi-Fi netwerken over grote afstand) en GPS.

4)      Het Very Wide Area Network (VWAN) is beter bekend als de Smart City of de Slimme Stad. In Rio de Janeiro levert IBM CISCO de burgemeester van de stad een ‘dashboard', waarop hij alle datastromen te zien krijgt, gemeten met allerlei soorten sensoren met daarboven ook wenselijke scenario's en prioriteiten om actie te ondernemen.  Overal ter wereld kloppen industriële consortia aan bij de grote steden. Wij installeren de sensoren en wij leveren de data, jullie doen er je voordeel mee want je krijgt realtime data over wat er in de stad aan het gebeuren is. Wat ze er niet bij vertellen is dat je de ruwe data – ook als ze van sensoren van de stad zelf komen – mengen met hun formats van hoe ze die ruwe data opslaan in een database. Die krijg je nooit meer ‘schoon' terug'. Koop je eenmaal zo'n pakket van Microsoft Next of IBM Cisco, dan zit je daar voor de rest van je leven aan vast. En burgers? Die hebben met hun belastingen een organisatie genaamd – staat – gefinancierd om data te verzamelen en toch ook weer terug beschikbaar te stellen aan de burgers zelf (open data). En nu huurt die organisatie – de staat – weer een verzameling bedrijven in om met diezelfde open data nieuwe en oude diensten aan te bieden aan diezelfde burgers die nu voor een tweede keer moeten betalen.

Google als voorbeeld: schakel tussen vier netwerken

Laten we nu eens kijken naar wat Google doet. Google heeft op elk terrein twee ingangen. Voor de BAN hebben ze de Glass en de Lens. Natuurlijk kan iets niet meteen aanslaan (zoals Glass), en zal er wel snel een T-shirt komen, of een (broek)riem of een ring. En Glass kan binnen een paar jaar weer worden opgepikt. De slimme lens kijkt ook naar je bloedspiegel en kan interessant zijn voor suikerziekte. De data over je gezondheid die van deze apparaten komen worden netjes direct overgebracht naar de slimme thermometer, NEST, die Google kocht voor 2 miljard dollar omdat het Powermeter die hetzelfde wilde doen niet echt aansloeg (LAN). Op dit punt heeft Google dus de beschikking over data van je meest intieme plaatsen, je eigen lijf en je eigen huis.  Dan ga je ergens naar toe met de auto. Google heeft een eigen auto. Google zit in meerdere consortia van autofabrikanten. Via Youtube- en Google-diensten die niet afzonderlijk afkoppelbaar zijn (Google + Gmail…) zijn ze uiteindelijk in alle auto's afwezig (WAN). Er is niet één bibliotheek die niet door Google wordt gesponsord. Droom je van een eigen open data project, Google mailt je de volgende morgen. Eric Schmidt, kerndenker bij Google, heeft prima ideeën over nieuwe vormen van besluitvorming in plaats van het democratisch falen dat we nu overal zien, maar hoe je het ook wendt of keert: Google blijft een bedrijf dat op de beurs is en op elk willekeurig moment kan worden opgeschrikt door partijen die zich inkopen om heel specifieke redenen die tot nu toe niet het algemeen belang vooropstelden.

We zien dat partijen die de schakels (gateways) tussen de vier netwerken in handen hebben, de nieuwe machthebbers zijn. Het zijn commerciële spelers met als doel winst te maximaliseren voor hun aandeelhouders. Is dit het einde van ons maatschappelijk project: de democratie?

IoT over 10 jaar?

Als eindgebruiker ga ik niet één provider inhuren om de data die belangrijk zijn voor mijn gezondheid, en een ander om mijn huis van betekenisvolle diensten te voorzien en nog één om mijn mobiliteit te stroomlijnen. Nee, ik ga een fixed fee betalen aan die partij  die mijn gehele scala aan diensten kan leveren. Vroege heette dat: belastingen betalen aan een staat in een samenleving waar ik middels stemrecht een klein onderdeel van kon zijn. Ik ga ook geen auto of wasmachine meer kopen. Leasen is het logische business model in IoT, want aan elk object zijn sensoren verbonden en een dataverbinding die of even lokaal data opslaat (Fog) of direct data doorstuurt naar een online verbinding (Cloud). Als er iets kapot gaat moeten die drie partijen (diegene die de wasmachine maakt hoeft niet diegene te zijn die de sensoren maakt en levert en dan is er nog de kans dat er iets met de verbinding misgaat) er zien uit te komen.

Dit leidt tot een situatie waarin burgers steeds meer diensten niet meer bij de staat, maar steeds meer bij een parallelle laag halen die de meerwaarde die ze verdiend niet lokaal investeert. Ik schat dat deze situatie binnen tien jaar voor een grote kloof tussen mensen die slimme diensten  kunnen betalen en zij die dat niet kunnen, zal leiden. Het zou nog sneller kunnen gaan.

Door wie bent u geïnspireerd over M2M-technologie en Internet of Things?

Ik (50) ben opgegroeid in een tijd dat computers en software volwassen zijn geworden als stand alone objecten. Tot in de jaren tachtig werd nog beweerd dat computers niet geschikt hoefden te worden gemaakt voor thuisgebruik, omdat wij nooit thuis herinnerd zouden willen worden aan ons ‘werk'. Nu zijn ze alom vertegenwoordigd, in desktop computers, laptops, tablets en smartphones. De lijm die apparaten met elkaar laat praten en ervoor zorgt dat een actie (‘meet dit') ook een reactie krijgt (‘temperatuur is 23 graden') is software. Het is deze nieuwe taal – programmeertalen – die de filosoof Heidegger voorzag maar niet aankondigde noch wist of die te vermijden was  of versneld moest worden. Hij zag dat er een fundamentele verschuiving plaats vond.

In de mechanica van de slinger zijn wij als mensen nog altijd aanwezig . We draaien een knop, we spannen iets aan, we schakelen. We zien wat er gebeurd en we kunnen de logica van elke stap volgen. We hebben als mens nog een redelijke mate van controle op het proces. Met software is het voor ons onmogelijk het hele proces te volgen. We moeten genoegen nemen met de output en kunnen die wel terug berekenen, maar ook daar zijn computers en software voornodig. Als je daar goed over na denkt dan is het eigenlijk onvoorstelbaar dat hier geen breed maatschappelijk debat over is geweest. Wie bouwt computers? Wie schrijft software? Wie heeft er welk belang bij? Al die vragen zijn nooit gesteld. Misschien kwam dat omdat we als individu het gevoel hadden dat we toch ergens aan het beginpunt van de keten zaten; wij gaven de computer een opdracht, we voerden een zoekopdracht in de browser in, we bouwen zelf applicaties en verzinnen zelf de diensten die we willen ontwikkelen. Omdat we ons ergens nog thuis voelden in het proces; als individuele opdrachtgever, konden we nog een beeld hebben van onszelf met een zekere agency. Maar eigenlijk waren we al met één voet aanbeland in het niemandsland waar Heidegger al geen agency meer in ons voorzag.

Onbekend terrein

Met het Internet of Things (IoT) staan we volledig in ons onbekend terrein. Paradoxaal genoeg lijkt het ons juist meer handelingsreikwijdte te geven, veel meer data in realtime, veel meer data met betaalbare algoritmes die direct voor ons informatie bevatten, veel meer inzicht in mijn eigen gezondheid met allerlei apparaten die iets monitoren zoals de Fitbit en de slimme horloges, meer inzicht in hoe het huis het doet qua energie met de NEST en andere domotica, meer veiligheid en rust of ruimte of te werken in de zelfrijdende auto, meer inzicht door open data programma's in hoe de stad en het land uiteindelijk echt georganiseerd is.

En toch voelen ons vaker onzeker. Dat is perfect verklaarbaar. We missen in deze volledig geautomatiseerde omgeving, lees een omgeving die zoveel mogelijk dingen ook digitaal kan benaderen of digitaal kan uitlezen, een helder moment van waar we zelf staan in het proces van communicatie en betekenisgeving. We weten niet meer wie wat waar bekijkt, uitleest, een handeling op uitvoert. Overal waar we staan in Nederland op elk willekeurig moment kan jij met je pas, met je jas, met je auto, in je auto, in je huis, met de aankoop van een pak waspoeder, iets in gang zetten en je weet niet wat. We wandelen echt in een woud vol tekenaren. We zijn zelf de tekens. En nee, het is geen sprookjesbos. Niet alles kan zomaar alles zijn. Het is geen magische wereld vol tovenaars en gezellige fijne spookjes. Elk ding heeft slecht één RFID of NFC code en slechts één IP adres. Het is dat adres dat naar een database gaat van een overheid of een bedrijf. In de database staan de handelingen, de acties die kunnen gebeuren; maak de deur open, geef deze klant korting, zet de temperatuur hoger om 16:00…..

Dat is nogal wat. Hoe heeft dit zo snel zo ver kunnen komen?

Waar denkt u dat de grote veranderingen plaats zullen vinden? En waar zit het grootste gevaar?

In Midwich Cuckoos beschrijft John Wyndham hoe in een dorp in het zuiden van Engeland op hetzelfde moment alle vrouwen zwanger zijn. Negen maanden daarvoor gebeurde er iets vreemds. Er bleek een onzichtbare maar ondoordringbare koepel rond het dorp te liggen waar iedereen een dag lang in diepe slaap was verzonken. De kinderen worden geboren en wat zijn ze mooi en sterk. Er is een filosoof in het dorp. Het valt hem op dat de kinderen erg aan elkaar hangen. Het lijkt wel of alle meisjes samen reageren als één meisje. Bij de jongens van hetzelfde laken een pak. Hij begint er beter op te letten en ja hij stelt vast dat als één meisje iets leert, alle meisjes diezelfde vaardigheid blijken te bezitten. Ze zijn telepathisch en communiceren op een manier die onze middelen ver te boven gaan. Om een lang verhaal kort te maken en een prachtig verhaal van alle morele overwegingen van onze filosoof, op een dinsdag rijdt hij een vrachtwagen vol explosieven naar hun boerderij en blaast zichzelf met hen op. Het is de enige uitweg die hij ziet. Hoe kan een samenleving die opgegroeid is met een begin, een midden en een eind; een sprookje en zo traag is als de zwakste schakel een intelligentie die samen denkt en leeft? Dat is volslagen onmogelijk. En nu worden wij dagelijks geconfronteerd met deze situatie die in de jaren vijftig alleen nog als science fiction gedacht kon worden. Helaas kunnen wij de gehele jeugd van tegenwoordig niet opblazen. Met sociale media, wearables en nog meer sensoren die realtime data gaan distribueren zijn we aanbeland in een situatie zoals beschreven door John Wyndham. Iedereen die opgegroeid is in het web snapt niets van zijn of haar ouders, van de wereld op zich, van de gescripte en onnatuurlijke complexiteit van die wereld die niet klikbaar is en waar niet alles samenwerkt of API's heeft.

Alle kwaliteiten om positief te gaan werken met de connectiviteit in Internet of Things zijn aanwezig. Een generatie Millennium die niet bang is van de samenhang, die begrijpt dat de wereld en de politiek als een georganiseerd netwerk – een platform – moet opereren, die lokaal wil investeren in waarde (zie de G1000's, de explosie van buurt initiatieven, Peerbythuisafgehaald.nl, die snapt dat leasen het logische business model is in een wereld waar apparaten online zijn (autodelen.nldeelauto.nlmeolease.nl voor wasmachines…) en die bereid is na te denken over privacy als privacies, profielen van jezelf die samenhangen met activiteiten die je doet. Ik ga winkelen, dan zet ik dit profiel op mijn telefoon en ben ik zo aanspreekbaar en zo niet.

Welk gevaar?

Als we u op 1 mei 2023 tegenkomen, welke rol speelt internet of things dan?

Als we Internet of Things maatschappelijk met zoveel mogelijk stakeholders uitdenken dan kunnen we Nederland zien als een platform met de grootte van een Chinese middelgrote smart city die nu worden gebouwd. Nederland is altijd sterk geweest in het juist op tijd vervellen van organisatorisch model. Daar is altijd onze rijkdom en welvaart, en daaraan gekoppeld breed sociaal project aan te danken geweest. Tegen die tijd kunnen we een begin hebben gemaakt met en pragmatischer cybernetica. Maar op 1 mei 2023 ben ik waarschijnlijk ergens in Azië, want ik zie hier niets gebeuren.

____________________________________________________________________

Meer weten over Internet of Things?
Rob van Kranenburg verzorgt voor de collegereeks Industry Shifting Technologies het college 'Internet of Things'. Leer in 9 colleges hoe nieuwe technologie onze manier van denken, werken en leven gaat veranderen.