‘De angst voor elkaar, dat is nu dé grote angst‘
Toen Damiaan Denys (1965) vijftien jaar geleden vanuit België naar Nederland verhuisde, trof hij een betrekkelijk ontspannen en vrij land aan. Hij zag overal water, in de vijvers, meren en rivieren, en nergens hekjes om het af te rasteren. Zo moest het zijn, vond hij. De mensen konden immers zwemmen, een enkele verdrinking hoorde bij het leven. Maar sinds zijn aankomst heeft hij Nederland rap zien veranderen in een angstmaatschappij.
‘Men is hier alles als een razende gaan controleren en afrasteren,' zegt Denys in zijn werkkamer op de afdeling psychiatrie van het AMC. ‘Een schizofrene patiënt schiet in Alphen aan de Rijn mensen dood en zie: meteen een hekje rondom bewapening. Twee jaar geleden stortte tijdens het Belgische Pukkelpop een tent in door een windhoos, met twee doden als gevolg. De reactie in de Belgische media: een verschrikkelijke ramp, maar niets aan te doen. In Nederland was het: wie heeft die tent daar eigenlijk geplaatst, was er wel een commissie van toezicht? Er werd meteen een schuldige gezocht, dat vind ik een typisch Nederlandse reflex. Overal waar iets misgaat, wordt zeer defensief geregeerd, vanuit angst.'