College 5

Prachtig dat we tegenwoordig weten dat we een brein hebben, zegt hoogleraar Jelle Jolles, maar een mens is oneindig veel meer dan hersenen alleen. Kennis van de motor helpt wél om meer te doen met een auto. Waarmee Jolles bedoeld dat wij tot veel meer in staat zijn, mits daartoe van buitenaf geprikkeld. Boodschap van dit college: doe wat u wilt, niet alleen wat u (nu) kunt. En met de nodige steun, sturing en inspiratie brengt u ook anderen tot grotere hoogten. Want ons brein kan een leven lang leren… als het maar in een stimulerende omgeving verkeert.


Jolles doet zeker geen afbreuk aan de impact van het brein. Wel kijkt hij vanuit een veel breder perspectief naar de mens dan collega Dick Swaab. Want die in de baarmoeder aangelegde bedrading is geen eindstation, maar een basis die ons in staat stelt om te ontwikkelen. We beschikken over een enorm potentieel, stelt Jolles, alleen komt dat pas tot uiting als de omgeving ons prikkelt. En de manier waarop dat gebeurt, heeft grote invloed op wie wij worden. Het begint al met de plek waar we geboren worden. Een kind dat in de jungle opgroeit, leert feilloos dier- en plantsoorten herkennen, maar zal zich geen raad weten met computers en mobieltjes. Andersom leren onze kinderen feilloos apparaten te bedienen, terwijl ze in de bush niet kunnen overleven. Het is maar net welke eisen de omgeving stelt, dus we worden volgens Jolles wel degelijk gevormd door opvoeding, scholing, werk, cultuur en wat er verder op ons pad komt. 

Groter denken
Tachtig procent van onze tijd besteden we aan basale functies, zoals eten, drinken, zorgen voor een dak boven ons hoofd en kleren aan ons lijf, seksen en slapen. Overleven dus, zoals ook dieren dat doen. Jolles stelt dat die overige twintig procent de mens pas echt interessant maakt: het deel dat ons in staat stelt ambities te hebben en dat ons motiveert tot sportprestaties, zakelijk succes, wetenschappelijke uitvindingen en persoonlijke ontwikkeling. Prikkel het brein en we ontstijgen onze basale functies. Jolles vindt daarom dat onderwijs en bedrijfsleven veel groter mogen denken. De ambities kunnen tot in de hemel reiken, want we beschikken met elkaar over stuwmeren vol kennis en mogelijkheden. De grootste uitdaging is het leggen van verbindingen, zodat we samen de wereld op een hoger niveau brengen. Maar laten we bij onszelf beginnen en eruit halen wat erin zit.

Handvatten nodig
Steun, sturing en inspiratie zijn voor Jolles sleutelwoorden in de ontwikkeling van de mens. Ouders helpen hun kinderen op weg en vervolgens komen daar gaandeweg familie, docenten, vrienden, collega's, leidinggevenden, coaches en andere inspiratoren bij. Het helpt als mensen routes of handvatten krijgen bij hun ontwikkeling. Vergelijk het maar met google: zonder zoekrichting vliegt het alle kanten op. Vrijheid voelt vaak prettiger als er iets valt kiezen. De balans tussen sturen en zelf laten ontdekken is al in de kindertijd een aandachtspunt en dat blijft zo in het volwassen leven. Ook doseren is belangrijk, want een te groot aanbod van prikkels leidt tot chaos en slaat ons murw. Het heeft dus niet zoveel zin om een pupil te bombarderen met kennis. Ons brein kan een leven lang leren, maar niet alles tegelijk.

Voorwaarden scheppen
Jolles ziet veel heil in het leermodel waarbij de grens nét buiten handbereik ligt: ver genoeg om iemand te stimuleren tot ontwikkeling, maar wel zichtbaar en haalbaar, anders is het afknaprisico te groot. En het is belangrijk om oog te hebben voor individuele verschillen. Die ontstaan volgens Jolles niet alleen door genen, maar ook door bijvoorbeeld cultuur, sociale klasse en persoonlijke ervaringen. Het scheppen van passende voorwaarden is essentieel en precies daar ligt de uitdaging voor ouders, docenten, coaches en leidinggevenden. Einstein was een genie, maar toch traag op school, omdat de manier van lesgeven blijkbaar niet goed bij hem werkte. Leerstrategieën berusten vaak op toeval. Zo kan het dat iemand later door een andere aanpak toch nog veel verder komt. Het IQ is namelijk ook niet aangeboren, stelt Jolles. De biologische potentie kent wel grenzen, maar de omgeving bepaalt hoe het IQ zich binnen die kaders ontwikkelt. Vaak zit er nog rek in!

Kruisbestuiving
Die wetenschap benadrukt hoe belangrijk positieve en intellectuele stimulatie is. Voor ons allemaal. Emotionele support, training en routewijzers maken volgens Jolles het verschil tussen matige en succesvolle ontwikkeling. Onze rugzak wordt in de kinder- en puberjaren al grotendeels gevuld, maar als volwassene kunnen we er zelf voor kiezen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dat kan in een baan zijn, maar minstens zo waardevol is ontwikkeling in sport, hobby's, cursussen, vrijwilligerswerk of andere bezigheden. Juist door naast het werk totaal andere aspecten te trainen, kan een creatieve kruisbestuiving ontstaan. Daarom is het ook de moeite waard dat mannen en vrouwen van elkaar leren, zegt Jolles. Onze breinen tonen verschillen, maar de potenties zijn hetzelfde. Het ondernemende spel dat mannen vaak vertonen, kunnen vrouwen ook leren. En mannen kunnen van vrouwen leren om beter samen te werken. Het is maar waar je op inzet.

Breinjoggen
We hebben genetische grenzen, maar Jolles stelt dat we binnen die grenzen veel verder kunnen komen dan we beseffen. Zeker, we hebben voorkeuren en talenten, maar onze hersenen hebben een overcapaciteit die we actief kunnen benutten om nieuwe dingen te leren. Hebben vrouwen geen ruimtelijk inzicht? En kunnen mannen niet communiceren? Met zulke veronderstellingen slaan we elke ontwikkeling dood. Het is een kwestie van willen en trainen. De veelgebruikte verbindingen in onze hersenen zijn uitgegroeid tot stevige snelwegen, maar we kunnen altijd weer nieuwe paadjes kiezen. Uit onderzoeken van Jolles blijkt dat het zin heeft om tot op hoge leeftijd te blijven ‘breinjoggen'. De omgeving speelt daar een grote rol in, dus blijf als leidinggevende zeker ook met oudere medewerkers bewust aan talentontwikkeling werken. En ‘dwing' hun breinen af en toe tot kleine veranderingen, bijvoorbeeld door het introduceren van een nieuw computerprogramma.

Kwestie van managen
Samenvattend: ontwikkeling ontstaat uit de interactie tussen genen en omgeving. En die interactie is tot op zekere hoogte te managen. Ons brein maakt dat we als mens enorme potentie hebben, alleen we beperken onszelf door vooral te doen wat we al kunnen. Wijk daarom eens wat vaker af van de bekende paden. Jolles noemt deze collegereeks als prachtig voorbeeld van het integreren van verschillende denkbeelden, om zo weer nieuwe wegen in te slaan. Dat is leren.

Auteur: Amber Boomsma