Collegereeks Organisatie 3.0 | Reflectie 1e college: 'Wat we al weten is niet te geloven' (Wim de Ridder)

In zijn college over exponentiële technologische groei beschreef futuroloog Wim de Ridder de digitale versnelling richting toekomst op een manier die ons bijna de adem benam. Toch maakte een kleine kanttekening tussendoor op mij de grootste indruk: ‘ik weet het niet, ik ben ook maar op zoek'. Met deze opmerking schetste de hoogleraar toekomstonderzoek misschien wel het meest treffend het tijdperk waarin we leven.

Houvast zoeken is ingewikkelder dan ooit. Veranderingen vliegen ons steeds sneller om de oren en brengen meer vragen dan antwoorden. De Ridder heeft enkele handreikingen geformuleerd voor organisaties die streven naar een 3.0 werkwijze, maar eerst schetst hij een dwarsdoorsnede van de technologische ontwikkelingen die onze wereld steeds meer lijken te domineren. De vraag of we wel blij moeten zijn met die ‘vooruitgang', wordt volgens De Ridder niet gesteld door de voorlopers. Iets waar de futuroloog overigens ook zelf niet op in gaat tijdens dit college, terwijl de kwestie wel even opduikt: willen we dat de technologie ten dienste staat van de mensheid of laten we het gebeuren dat wij steeds meer ten dienste staan van de technologie? Een maatschappelijke dialoog over onze verhouding tot technologie lijkt een wezenlijke basis voor het maken van keuzes waarmee we – ook als organisaties – zélf de toekomst creëren. Aan die discussie komen we niet toe; wel geeft De Ridder ons inzicht in de digitale versnelling waarin we leven en een vooruitblik op de tijd vanaf 2025.

Brein inpluggen

De futuroloog pakt meteen groots uit: digitalisering van het menselijke brein, het draadloos ‘toedienen' van kennis door hersenen in te pluggen in de cloud en zelfs de ontwikkeling van een persoonlijke avatar waarin ons brein na de dood wordt geïmplanteerd. Dat klinkt allemaal nog heel onwerkelijk, maar De Ridder meldt dat 60% van de benodigde technologie al aanwezig is en dat de resterende 40% in de komende drie decennia wordt ontwikkeld. We leven immers in een tijd van enorme digitale versnelling. Vijftig jaar Wet van Moore (één van de oprichters van chipfabrikant Intel) maakt zichtbaar dat de exponentiële technologische groei in een rechte lijn omhoog gaat, zich elke twee jaar verdubbelend tot een gigantische logaritmische schaal die niet meer te begrijpen is. Futurologen verwachten dat deze lijn zeker is door te trekken tot 2025, al vraagt De Ridder zich daarbij wel af: wat zijn we eigenlijk aan het dóen, als ons brein het niet meer kan bevatten?

Digitaal darwinisme

De acceleratie in digitale innovatie groeit volgens De Ridder ook door de democratisering van de technologie. Neem het internet: doordat inmiddels bijna iedereen actief is op het world wide web, nemen de vernieuwingen in omvang toe. Hij noemt global platforms als ITRS (International Technology Roadmap for Semiconductors) als 3.0 voorbeeld van open innovatie, waarbij onafhankelijke deelnemers zich wereldwijd met elkaar verbinden. Volgens De Ridder de enige manier om nog tot vernieuwende producten te komen en de Wet van Moore in stand te houden. Hij stelt overigens dat ook buiten deze sector geen enkele organisatie aan technologische groei ontkomt. Een kwestie van digitaal darwinisme: aanpassen of uitsterven, want de technologie loopt nu eenmaal voorop in de samenleving. Tot nu toe vaak tot ons genoegen, want kijk eens hoeveel functies inmiddels al zijn samengevoegd in één handzame, supersnelle smartphone. En ja, het zou geweldig zijn als DNA-nanobots in de toekomst kankercellen kunnen opzoeken en vernietigen.

Het Kodakmoment

De Ridder haalt Steven Kotler's Six D's of Exponential Technology aan om het acceptatieproces van digitale vernieuwing in kaart te brengen: digitalization, deception, disruption, dematerialization, demonitization en democratization. Na het beginstadium van niet serieus nemen of denken dat het allemaal wel meevalt met de verdergaande digitalisering, schudden de eerste nieuwkomers de markt flink op, waarna de innovatieve producten en diensten steeds toegankelijker, handzamer en goedkoper worden. Net zolang totdat iedereen er gebruik van maakt en we ons niet meer kunnen voorstellen dat het ooit anders was. De Ridder noemt o.a. de enorme prijsdalingen van zonnepanelen als voorbeeld en stelt dat energie in 2025 zelfs gratis zal zijn. Hij wijst op een recente quote uit de Volkskrant, waarin een financieel analist stelt dat de oliesector zijn Kodakmoment nadert. Natuurlijk schetst de futuroloog ook de ontwikkeling van zelfrijdende auto's: volgens De Ridder mogen we na 2025 niet eens meer rijden zónder boordcomputer.

Veilig en betrouwbaar?

Natuurlijk is de markt huiverig voor nog meer digitale versnelling, stelt De Ridder. Er dreigt omzet- en banenverlies voor veel partijen en we vragen ons af hoe het zit met veiligheid. Lobbyisten vertragen de ontwikkelingen, terwijl slimme commerciële spelers intussen koortsachtig zoeken naar nieuwe verdienmodellen. De overheid raakt controle kwijt en we plaatsen kritische kanttekeningen bij nieuwe machthebbers als Google, die steeds meer data in handen krijgen. Want hoe betrouwbaar zijn partijen die voor ons selecteren? Welke belangen hebben ze? En als de digitale personal assistent Cortana één antwoord geeft als wij een vraag stellen, in welke fuik zwemmen we dan eigenlijk? Überhaupt is een belangrijke vraag: wie beheersen de systemen en wie controleert ze? Kortom, als wij ons gezonde verstand blijven gebruiken, kan deze digitale versnelling een revolutie ontketenen. De Ridder noemt het Future of Life Institute dat een positief verschil wil maken door technologie heel bewust en zinvol in te zetten, om zo te waken voor het risico tot zelfvernietiging van de mensheid. Hoe meer wereldburgers het online platform steunen, hoe sterker de gezamenlijke invloed.

Arbeidsmarktplatform

De kracht en macht van wereldburgers kan juist dankzij technologische groei verder toenemen, stelt De Ridder. Hij noemt bijvoorbeeld de democratisering van productie (zelf producten printen met 3D, van sieraden en meubels tot auto's en woningen), de democratisering van kennis en onderwijs (leerstof gratis online aanbieden, docenten in te huren bij complexe materie) en de democratisering van de arbeidsmarkt. Volgens de futuroloog draait de participatiemaatschappij namelijk ook om het zelf creëren van banen. De Ridder verkent actief de mogelijkheden van een digitaal arbeidsmarktplatform en ideeëncentra om nieuwe behoeften in de samenleving te matchen met werkzoekenden, maar ook om nieuwe verdienmodellen te bedenken. Uiteraard 3.0 georganiseerd, waarbij we niet van bovenaf pushen, maar zelforganisatie stimuleren en samenwerken in homogene groepen. De hoogleraar acht in 2025 een driedaagse werkweek reëel. In de geldeconomie althans; daarnaast participeren we vier dagen per week informeel in de samenleving, waarbij het dienst-voor-een-dienst principe en ruilen weer gemeengoed worden (met bijkomend belastingvoordeel).

Strategie 3.0

Dat we het met organisaties 2.0 niet meer redden in deze digitale tijd, blijkt volgens De Ridder uit de langdurige stagnatie van de economie die al sinds 2008 speelt. Er is sprake van eenzijdige digitalisering, overproductie, prijsbederf, een implosie van de detailhandel en een implosie van de overheidsfinanciën. Hoe kunnen met organisaties 3.0 weer beweging creëren? Voor de futuroloog is het helder dat vernieuwing van onderop komt en dat multinationals daarom de benodigde draai niet kunnen maken. Hij stelt dat deze collegereeks kan bijdragen aan het vinden van nieuwe wegen, waarbij hij alvast een voorschot neemt met zijn persoonlijke handreikingen:

  • Focus op de eindgebruiker, want die beslist!

  • Kies een massively transformative purpose, een hoger doel waarmee je mensen raakt.

  • Bouw een platform om mensen en ontwikkelingen te combineren: open toegang, open innovatie, high tech omgeving, flexibiliteit, organische structuur.

  • Begin met een blanco vel papier (géén bagage, vergeet wat je tot nu toe gedaan hebt), zoek naar wat mogelijk is en schets een visie die uitvoerbaar is.

  • Deel je kennis met iedereen.

  • Experimenteer, accepteer ‘mislukkingen' zo snel mogelijk – want dat zijn gewoon verkenningen van nieuwe wegen – en probeer een ander idee. Oftewel: never fail to fail!

Kleine footprint, groot effect

Inspirerende voorbeelden van organisaties 3.0 die floreren dankzij digitale platforms zijn Uber en Airbnb. Ze hebben kleine footprints en tegelijk groot effect, want ze veroverden in korte tijd een gigantische markt zónder eigen bezit. In eigen land zijn – zij het nog beperkt – ook geslaagde voorbeelden van 3.0 organisaties te vinden, zoals Seats2meet en Buurtzorg. In Nederland valt dus nog veel te winnen, maar De Ridder kijkt als futuroloog alweer een stap verder. Heel interessant vindt hij de zoektocht naar de ‘nieuwe planeet' 4.0 die symbool staat voor governance: georganiseerde eindgebruikers die 3.0 organisaties gaan controleren, omdat daar een toenemende maatschappelijke behoefte aan is. De tijd van onaantastbare instituten is dankzij de digitalisering voorbij; er komen nieuwe toezichthouders, zeker op gebied van zorg en veiligheid. Denk bijvoorbeeld aan digitale kwaliteitscontroles en toezicht in ziekenhuizen, geïnitieerd vanuit patiëntenorganisaties.

Empowerment

De Ridder maakt met zijn schets van de toekomst duidelijk dat de digitalisering te ver kan doorslaan of zelfs tegen ons kan werken, maar dat diezelfde digitalisering ons óók kan helpen om daar een stokje voor te steken. Empowerment van de wereldburger noemt hij dat. De vierde industriële revolutie – het zogenoemde internet of things – kan het leven bovendien een stuk eenvoudiger en goedkoper maken, al blijven kwaliteit, veiligheid en controle daarbij essentiële aandachtspunten.

De Ridder tipt nog het boek The Zero Marginal Cost Society van Jeremy Rifkin voor wie meer wil lezen over een toekomst waarin bouwen, autorijden, energie en het huishouden steeds goedkoper worden. En alle organisaties 2.0 – bedrijven die nog menen dat zij de kennis en macht alleen zelf in huis hebben – krijgen van de futuroloog het advies om zich te verdiepen in de ontwikkeling naar 3.0, bijvoorbeeld door het boek Exponential Organisations van Salim Ismail te lezen. De Ridder maakt in zijn eigen boek De ontdekking van de toekomst duidelijk: wat wij al weten, is niet te geloven! Daarom kijken we uit naar zijn boek over de metamorfose naar een nieuwe tijd, dat in maart verschijnt.


© Amber Boomsma | schrijfprofessional | www.tekstlabel.nl

_____________________________________________________________________________________________________

De colleges van de reeks Organisatie 3.0 vinden plaats van 21 januari t/m 17 maart 2016. 
Een overzicht van alle beschikbare reflecties vindt u hier:

1) Wat we al weten is niet te geloven (Wim de Ridder)
2) Olietankers en speedboten (Menno Lanting)
3) Get ready for 2020 (Steven van Belleghem)
4) Red monkey innovation management (Jef Staes)
5) Leiderschapsontwikkeling, een nieuw tijdperk (Lenette Schuijt)
6) Minimal management: een principiële keuze (Paul Verburgt)
7) Essenties van leidinggeven aan professionals (Mathieu Weggeman)
8) Een nieuw perspectief op organisatieverandering (Thijs Homan)
9) Samenwerking organiseren is een kwaliteit (André Wierdsma)